|
Spaargaranties: garantieregelingen bij sparen
Op het moment dat je een spaarrekening of deposito rekening opent en daar geld op stort, verstrek je eigenlijk een lening aan de spaarbank. De meeste spaarders gaan er vanuit dat de spaarbank betrouwbaar en solvabel is zodat je als spaarder er zeker van kunt zijn dat de spaarrente vergoeding netjes betaald wordt en je het spaargeld altijd (uiteindelijk) weer terug zult krijgen. Gelukkig klopt deze veronderstelling in het overgrote merendeel van de gevallen. Maar de laatste jaren hebben we kunnen zien dat banken in de problemen kunnen komen. Denk hierbij aan de faillisementen van Icesave en de DSB Bank, de nationalisaties van ABN Amro en SNS Reaal en de problemen met banken in landen als Griekenland en Cyprus. Sparen is dus zeker niet volledig risicoloos.
Omdat overheden het belangrijk vinden dat mensen veilig kunnen sparen, kennen veel landen een spaargarantie. Dit wordt ook wel een spaargarantieregeling, garantieregeling of depositogarantiestelsel genoemd. Op deze pagina gaan we hier uitgebreid op in.
Informatie over het Nederlandse Depositogarantiestelsel
Informatie over buitenlandse garantiestelsels
Wat is een spaargarantie?
Op het moment dat een spaarbank failliet gaat, kan de spaarder niet meer over zijn spaargeld beschikken. Normaal gesproken zou een faillissement van een bank kunnen betekenen dat de spaarders een groot deel van hun geld kwijt zijn. Om dit risico te beperken, kennen heel veel landen een spaargarantieregeling. Een garantieregeling is er meestal voor bedoeld om het risico van sparen, vooral voor kleine particuliere spaarders, te verkleinen. In de meeste gevallen biedt een spaargarantie spaarders de zekerheid dat ze bij het faillissement van hun bank tot een vooraf bepaald bedrag hun spaargeld terug krijgen. Anders gesteld: een spaargarantie zorgt ervoor dat spaarders niet bang hoeven te zijn dat ze hun spaargeld kwijtraken door het faillissement van een spaarbank.
Waarom zijn er spaargaranties?
Er zijn voor een overheid 2 belangrijke redenen om een spaargarantie in te voeren, te weten het stimuleren van sparen en het vermijden van een bankrun.
Het stimuleren van sparen
De overheid wil graag dat mensen geld sparen. Spaargeld zorgt ervoor dat mensen minder snel in de financiele problemen komen omdat er een buffer is om tijdelijke financiele problemen op te vangen. Bovendien kan spaargeld mensen in de gelegenheid stellen om dure aankopen te doen (bijv. een auto), wat goed is voor de economie. Bovendien kan spaargeld gebruikt worden voor een goede oude dag. Op het moment dat spaarders het risico lopen om hun geld kwijt te raken als ze dat bij een spaarbank op een spaarrekening zetten, zullen mensen minder snel geneigd zijn om te gaan sparen.
Het vermijden van een bankrun
Bankieren is in de basis een simpele activiteit: de bank leent geld bij spaarders door het aanbieden van spaarproducten. Vervolgens leent de bank dat geld tegen een hogere rente weer uit aan gezinnen en bedrijven in de vorm van leningen. Zo lang de verhouding tussen het spaargeld dat op de rekeningen staat en het uitgeleende geld goed is, is er niets aan de hand. Echter, op het moment dat veel spaarders onverwacht hun spaargeld op willen nemen terwijl de bank dat geld uitgeleend heeft (en dus niet in kas heeft), kunnen er problemen ontstaan. Dit zal zich met name voordoen als het vertrouwen in een bank afneemt en spaarders voor de zekerheid hun geld willen opnemen. Als veel spaarders hun geld op gaan nemen, kan er in de markt meer onzekerheid ontstaan over de situatie bij die bank. Hierdoor zullen nog meer spaarders hun geld opnemen en kan er een bankrun ontstaan. Omdat overheden, banken en toezichthouders het risico op een dergelijke bankrun willen verkleinen, biedt een spaargarantie spaarders de zekerheid dat hun spaargeld gegarandeerd is. De noodzaak om het spaargeld op te nemen als er onzekerheden zijn omtrent de financiele situatie van een bank, is daarmee veel kleiner.
|
|
|
|